Article
Gevangenissen in België: Detentiemodellen voor de toekomst
Gideon Boie en Fie Vandamme
01/02/2016, De Architect
Image: Paoletta Holst (BAVO)
Een kleinschalig detentiehuis ingebed binnen lokale gemeenschappen tart de populaire verbeelding over straf en vergelding. Hoewel tot voor kort niemand dit op publiek niveau wil gezegd hebben, lijkt iedereen er niettemin van overtuigd dat hiermee hét detentiemodel van de toekomst uitgetekend wordt. De conceptvorming van het detentiehuis stelt ook de vraag naar de functie die de architect hierbinnen kan en wil betekenen.
In de modernisering en humanisering van het Belgische gevangeniswezen lijkt de architect een rol te vervullen van ‘nuttige idioot’.[1] Ronkende uitspraken kondigen historische innovaties aan, terwijl het eindresultaat niet verder gaat dan een recyclage van 19de Eeuwse opvattingen. De negatie van elke juridische, politieke en sociale realiteit in het ontwerpproces maakt dat de architect onbewust strijdt voor een zaak die niet de hunne is. Het ontwerp van de nieuwe gevangenissen in Beveren (ontwerp Stéphane Beel) evengoed als Haren (ontwerp Buro II) ontbreken elke notie van een humane vrijheidsberoving en drukken zo elke hoop op voortuitgang de kop in.
Ontwerpinnovatie rondom humane gevangenisarchitectuur komt vandaag vanuit een heel andere hoek. Een kleine vzw werkend met vrijwilligers bereikte wat het leger van goed betaalde architecten en ingenieurs niet voor elkaar kregen – zelfs al dragen ze de naam van Stéphane Beel. Met VZW De Huizen verzamelde gevangenisdirecteur Hans Claus een groep geëngageerde mensen uit het veld strekkend van professionals, academici, kunstenaars en wat nog allemaal meer. Met verenigde krachten werkten zij een vernieuwend detentieconcept uit en vertaalden dit in een haalbaar en uitvoerbaar pilootproject.
Gedreven door de rampzalige cijfers op vlak van recidive presenteerde VZW De Huizen een detentiemodel dat uitgaat een persoonlijke begeleiding van gedetineerden.[2] Kleinschalige, gedifferentieerde detentiehuizen verankerd in het maatschappelijk weefsel maken een einde aan de archaïsche opvatting van het grootschalige, industrieel georganiseerde gevangeniscomplex. Een detentiehuis werkt voor elke doelgroep een specifiek regime uit met passende begeleiding én beveiliging. Het wil dus geen uitzonderingssituaties creëren (halfopen detentie, open detentie, halfweghuis, V.I., etc.), maar wil een volwaardig alternatief bieden voor de reguliere gevangenispopulatie.
Model van de toekomst
Tijdens interviews krijgen we op alle niveaus – van ministerskabinetten, overheidsadministraties, directielokalen tot op de werkvloer – telkens opnieuw te horen dat het detentiehuis hét detentiemodel van de toekomst. En toch blijft men erg voorzichtig om deze vaststelling ook publiek te verdedigen. Elke keer opnieuw worden tal van weerstanden opgeworpen om uit te leggen waarom het moment van het alternatief nog niet gekomen is. Om deze weerstand te pareren werkte VZW De Huizen een gedetailleerd businessplan voor een pilootproject uit. Hiermee gaf de VZW aan bereid te zijn om haar plannen indien nodig zelf te organiseren en zo haar gelijk in de praktijk te bewijzen.
Het pilootproject beschrijft de organisatie van een detentiehuis binnen een voormalig klooster in Roeselare, een provinciestad in Vlaanderen. In het voormalige kloostercomplex wordt een beveiligd cellulair complex ingericht met een capaciteit van 2 leefgroepen van 10 gedetineerden plus 6 plaatsen beperkte detentie. Met het oog op opleiding en tewerkstelling voor de gedetineerden wordt een sociaal-restaurant opgezet in de voormalige kerk. Het restaurant is de hoeksteen van het detentiehuis. Het voorziet in zinvolle tijdsbesteding voor de gedetineerden en mobiliseert hiertoe de buurtbewoners.
Het jarenlange harde werk van de groep vrijwilligers loont. Gebrek aan middelen en beslissingsmacht werd gecompenseerd met een groot doorzettingsvermogen en de vaste overtuiging te vechten voor de goede zaak. Koen Geens, Minister van Justitie, gaf in de opmaak van het nieuwe Masterplan aan een aantal detentiehuizen te zullen realiseren als experimentele opstelling om zo beter in staat te zijn de bestaande gevangenissen te evalueren.[3] Hiermee geeft de Minister van Justitie uiteindelijk gehoor aan datgene wat eigenlijk alle betrokkenen in en rond het gevangeniswezen al jarenlang stilletjes denken.
Gedetineerde-architect
Het detentiehuis opent een nieuwe mentale ruimte om een humane gevangenisarchitectuur te denken. De nieuwe gevangenissen van Beveren en Haren blijven uiteindelijk trouw aan de 19de Eeuwse opvatting van totale en eenzame isolatie. In tegenstelling hiermee is het detentiehuis een model die de vrijheidsstraf koppelt aan een behoud van wettelijk beschreven rechten.[4] Het principe van de wet is dat een gedetineerde weliswaar de bewegingsvrijheid verliest, maar niet zijn menselijke waardigheid. In deze context wordt het denkbaar om gedetineerden serieus te nemen in het ontwerp van vrijheidsbenemende maatregelen. Dit is wat gebeurde tijdens de ontwerpworkshops die wij organiseerden in o.a. de gevangenis van Dendermonde.[5]
Vertrekpunt van de workshops in Dendermonde was het schetsontwerp voor de herinrichting van het voormalige klooster opgesteld door de werkgroep infrastructuur van de vzw De Huizen. Het schetsontwerp toont een functionele opdeling van de grondplannen, maar miste vooralsnog een kwalitatieve invulling van de ruimte. Met het oog hierop werden enkele gedetineerden samen met gevangenisdirecteur Hans Claus rond de ontwerptafel verzameld. Dagelijkse ervaringen, noden en verlangens van de gedetineerden brachten de workshop tot een aantal opmerkelijke suggesties die de inpassing van het detentiehuis binnen het voormalige klooster optimaliseren.
De gedetineerden suggereerden een meer huiselijke inrichting van de cel als individuele kamer. Zij misten op de cel niet alleen een zetel om languit naar de televisie te kunnen kijken, maar ook een relatie met de buitenruimte. In hun beleving is de buitenruimte niet louter de plaats om doelloos rond te wandelen, maar kan een beveiligde buitenruimte evengoed plaats bieden aan zinvolle activiteiten, zoals het onderhoud van een groentetuin of kleinvee. In het sociaal-restaurant zagen de gedetineerden een kans om verantwoordelijkheid op te nemen, zoals in de keuken, het onderhoud van het gebouw en zelfs de projectorganisatie. Spontaan berekenden de gedetineerden een optimaal gebruik van de kerk door het sociaal-restaurant af te stemmen met een functie van polyvalente zaal voor gedetineerden.
Gevangenis van de nabijheid
Een tweede verdienste van het detentiehuis is dat het ons in staat stelt de humane gevangenisarchitectuur te denken op stedelijke schaal. De gevangenis gaat gebruikelijk uit van een negatie van de onmiddellijke omgeving. De harde grenzen van de nieuwe gevangenissen in Beveren en Haren laten geen interactie toe. De wereld binnen de muren blijft ook vreemd voor de buitenwereld. Geen wonder dat de bouw van de nieuwe gevangenissen stuk voor stuk uitloopt op een krachtmeting tussen de overheid en actiegroepen. Het detentiehuis daarentegen valt of staat met een goede lokale inbedding. Het programma van sociaal-restaurant staat symbool voor een genormaliseerde strafuitvoering in het hart van de samenleving.
De werking van een detentiehuis heeft dan ook verreikende implicaties op stedelijke schaalniveau. Dit is wat onderzocht werd binnen de studie ‘Atelier Reigersvliet’ naar aanleiding van de toekomstige gevangenis van Leopoldsburg. Na het inkrimpen van het militaire complex dacht Leopoldsburg met de gevangenis een quick-win in jobcreatie aan de haak te hebben. In antwoord op de quick-win werden de basisprincipes van De Huizen vertaald naar een penitentiair programma dat bijdraagt aan een duurzame stadsontwikkeling van de zieltogende gemeente. Resultaat was een ruimtelijk model waarin enerzijds de gevangenis een beroep doet op de aanwezige voorzieningen in Leopoldsburg (sportterrein, kerk, werkplaats, …) en anderzijds de gevangenisinfrastructuur (bioscoop, theaterzaal, opleidingscentra, …) opgevat wordt als aanvulling op ontbrekende voorzieningen in Leopoldsburg.
De wisselwerking tussen penitentiair programma en buurtweefsel werd uitgewerkt binnen zes gemeentelijke structuurplannen van Leopoldsburg.
- Vervoers- en verkeersstructuur: een gedifferentieerde inbedding voorkomt concentratie van verkeer op lokale wegen
- Woningbouwprogrammatie: de huisvesting van gedetineerden wordt naargelang beveiligingsniveau verspreid over de woonkernen en in de nabijheid van handelskernen
- Ruimtelijk-economische structuur: gedetineerden worden tewerkgesteld binnen kleinhandelscentra, steenwegsegmenten en landbouwbasisgebieden
- Nederzettingsstructuur: een poreuze gevangenismuur biedt diensten aan naar de gemeenschap (bakker, kapper, tattooshop, adviesbureau, winkels, …)
- Landschapsstructuur: gedetineerden worden ingezet binnen het natuurbeheer op het militair domein
- enzovoorts
De zes ruimtestructuren creëren een situatie waarbinnen gedetineerden gecontroleerd deelnemen aan de samenleving en zich voorbereiden op eventuele resocialisatie. Een humane gevangenisarchitectuur biedt niet alleen kansen voor de re-socialisering van de gedetineerde maar stelt ook de lokale buurtbewoners in staat verantwoordelijkheid op te nemen en zich zo te ontwikkelen tot een hechte gemeenschap.
Tenslotte
Het detentiehuis heeft een unieke generieke kwaliteit. Locatie, invulling en details kunnen veranderen, maar de geest van het project blijft altijd dezelfde. Het detentiehuis vormt Een eventuele realisatie op een andere locatie en uitbreiding ervan op groter schaalniveau (verspreid in verschillende huizen) doet geen afbreuk aan een concept dat ontwikkeld werd vanuit informatie aangereikt door een uitgebreide groep vrijwilligers én gedetineerden. Hiermee ligt VZW De Huizen aan de basis van een unieke ontwerpintelligentie die wars van archaïsche typologieën en herkenbare vormentaal geduldig geconstrueerd wordt vanuit een confrontatie met de complexiteit en contradicties eigen aan de humane vrijheidsberoving.[6] En laat nu precies dit de hete aardappel zijn die de architecten in het ontwerp van de nieuwe gevangenissen in Beveren en Haren genegeerd hebben.
[1] Een concept toegeschreven aan Vladimir Lenin.
[2] Zie: Hans Claus e.a. (red.), Huizen, naar een duurzame penitentiaire aanpak, ASP Editions (2013)
[3] Het ‘Masterplan 3’ is in opmaak en vormt een update van het ‘Masterplan 2008-2012-2016’
[4] De rechten van de gedetineerde worden voor het eerst beschreven in de ‘Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden’ (12 Januari 2005).
[5] Zie: BAVO, Prison Gear: Ontwerp je eigen detentie, KU Leuven 2015.
[6] Michael Speaks, Design Intelligence
Tags: Detention
Categories: Architecture
Type: Article