Article

Bouwen op een dode planeet zal niet lukken

Gideon Boie


02/03/2020, VRTNWS

Image: Batibouw

Een knutselbeurs voor de Jannekes en Miekes die gaan trouwen, grond kopen en gaan bouwen, zo werd Batibouw in 2018 omschreven door Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck. Hij opperde dat Batibouw dringend haar volksopvoedende taak moest opnemen. De organisatoren weerden zich als een duivel in een wijwatervat. Het was “niet aan Batibouw om beleid te gaan bepalen”, reageerde de organisator. “De Bouwmeester mag ook zelf een aantal vierkante meter afhuren”, smaalde de man.

En kijk, de wonderen zijn de wereld nog niet uit, twee jaar later pakt Batibouw uit met grote thema’s als “Green Building”, “Smart heathing and cooling’”en “Small is beautiful”. Batibouw lijkt helemaal klaar voor de ecologische transitie van het woningbestand in Vlaanderen. De vraag is of de consument mee wil, of is er meer nodig? Mijn argument is dat de focus op groene materialen en slimme oplossingen een techno-valkuil vormen voor de bouwshift.

Business as usual

In ideologische kwesties is een terugtrekking soms productiever dan een enthousiaste omarming. De terugtrekking uit de internationale klimaatakkoorden door president Trump had het enige voordeel dat het strijdtoneel ongemeen helder werd, schreef filosoof Bruno Latour. Tegen die achtergrond is het klimaatrealisme in ons kleine landje er vooral op gericht om verwarring te zaaien. Halfslachtige klimaatinitiatieven zijn de beste manier om de business-as-usual te consolideren.

Zo wekt Batibouw de suggestie dat het immense probleem van de opwarming van de aarde op te lossen valt met enkele groene materialen en slimme technieken. Hiermee lijkt klimaatbewust bouwen perfect combineerbaar met de traditionele woningbouwproductie. De leveranciers blijven dezelfde, maar leveren nu groene materialen en slimme technieken. Het suburbane woonpatroon blijft dezelfde, maar elke kelder is wel uitgerust met een energiezuinige warmtepomp.

Klimaatontkenning kan je het niet noemen, maar dan wel minstens klimaatfetisjisme. Stel geen vragen over de herkomst van materialen. Stel geen vragen over de grondconsumptie. Stel geen vragen over de verkeersinfrastructuur die nodig is om onze klimaatbewuste woning te bereiken. Stel geen vragen over de luchtkwaliteit. Stel geen vragen naar de afvalberg die gecreëerd wordt bij elke klimaatbewuste renovatie.

Wat ontbreekt

In de aanschijn van opzichtig klimaatbewustzijn is het altijd goed om te kijken naar datgene wat niet aangeboden wordt. In de eerste plaats ontbreekt een ontwerpintegratie van alle deeloplossingen. We krijgen een rechtstreekse kortsluiting tussen bouwmarkt en klant. De verzamelde bouwsector staat klaar, met de catalogus in hand, om elke vraag of verlangen in te vullen met een gerecycleerd bouwmateriaal, een slimme app om ventilatiesystemen te bedienen en wat nog allemaal meer. Maar in het formaat van een beurs ontbreekt de plaats voor overzicht om alle complexe deelvragen en oplossingen op elkaar af te stemmen.

In de tweede plaats ontbreekt het ecosystemisch denken. Wat is een slimme warmtepomp waard als ondertussen onze open natuur in Vlaanderen langzaam opgepeuzeld wordt door verkavelingen? De energieprestatie van een woning kan je niet losknippen van de vraag hoe ver de woning verwijderd ligt van werk en sociale voorzieningen, de mobiscore dus. Andere vragen betreffen de waterhuishouding van onze bodem en de kwaliteit van de lucht die we inademen.

Iedereen meesterarchitect

Voor het eerste probleem is het nodig om de rol van de architect te erkennen binnen de bouwshift, daarvoor pleitte ook Kati Lamens van NAV. In het formaat van een beurs is geen plaats voor de traagheid van een ontwerpdialoog. Een handelaar twijfelt niet over het materiaal dat hij aanbiedt. In Batibouw doet iedere Belg alsof hij zijn eigen kleine meesterarchitect is. Het vergt studie om een woning te kunnen opvatten als een gesloten kringloop, en dat laat zich niet verhandelen in een beursstandje.

En dan wordt er doorgaans naar het beleid gekeken voor een systeemverandering. Een beetje ambitie in het Vlaams klimaatbeleid zou zeker niet misstaan. En toch is een bouwshift wel degelijk mogelijk als individuele bouwheren zich organiseren in coöperatieven, dat toont de expo “Housing apart together” van Architectuurwijzer in STAM. Deelmobiliteit en gedeelde moestuinen zijn ondertussen ingeburgerd. Collectief wonen toont grote mogelijkheden op vlak van compact bouwen, energiedelen, ontharden, natuurbehoud, etc. Ook dergelijk gezamenlijk initiatieven passen niet in een bouwbeurs.

Fictie

Uiteindelijk is de vraag hoeveel klimaatbewustzijn een bouwbeurs kan verdragen. Bruno Latour stelde dat het succes van ecologische politiek is dat elke beslissing en handeling een ecologische dimensie heeft gekregen. En tegelijk noemde hij het klimaat een “pseudocontroverse” als we blijven geloven dat mensen de enige actoren zijn in de natuur. Wellicht is het deze fictie die door Batibouw nog eventjes in leven gehouden wordt.

Bibliografische noot: Gideon Boie, “Business as usual op Batibouw: beseffen we wel dat bouwen op een dode planeet niet zal lukken?”, VRTNWS, 02/03/2020

Tags: Vlaams Bouwmeester

Categories: Architecture

Type: Article

Share: