Article

Inhoud zonder architectuur

Gideon Boie


4/3/2024, A+

Image: David Ducon

De architectuur voor cultuur gaat vaak over alles behalve cultuur. Neem het Guggenheim Museum in Bilbao, ontworpen door Frank O. Gehry. De stedelijke betekenis van het gebouw overstijgt ettelijke malen de intrinsieke waarde van de expositieruimte. Het museum is het kroonstuk op de revitalisering van de rivieroevers en bij uitbreiding de hele stad. Ook is er weinig kans dat uw citytrip naar Bilbao gebeurde met het oog op de collectie van Guggenheim. De stedelijke functie van een cultuurpaleis is zo oud als de mensheid. Denk maar aan het Parthenon, dat vermoedelijk effectief een leeg gebouw was, en cultuurcentrum Westrand in Dilbeek, ontworpen door Alfons Hoppenbrouwers, dat deel was van een Vlaamse aanwezigheidspolitiek in suburbia.

Download PDF

Zou het kunnen dat cultuur pas ten volle tot uiting komt als er geen gebouw is dat alle aandacht naar zich toe trekt? Laten we een omgekeerde operatie uitvoeren en vertrekken bij Cinemaximiliaan, een cultureel initiatief in Brussel dat sinds 2021 onder leiding staat van Annabelle Van Nieuwenhuyse. Cinemaximiliaan begon in 2015 als een activiteit in het tentenkamp in het Maximiliaanpark vlak bij het Brusselse Noordstation. Het park aan de voet van het WTC, waar niet minder dan duizend vluchtelingen verbleven, groeide uit tot symbool voor de vluchtelingencrisis die België in de ban hield. Elke ochtend stonden er lange wachtrijen voor de Dienst Vreemdelingenzaken, die toen gevestigd was in de sokkel van het leegstaande WTC.

In het tentenkamp ontstond een spontaan zelfbeheer. Vluchtelingen en vrijwilligers organiseerden een keuken, sanitair, crèches, een school, enzovoort. Lieven De Cauter noemde het kamp een infra-architectuur. De organisatievorm benadert de nullijn, maar is daarom des te noodzakelijker. Het tentenkamp stond in immens contrast met de hyperarchitectuur van de omliggende corporate gebouwen met hun glimmende glasgevels en lege kantoorvloeren. In die context organiseerde een groep vrijwilligers een openluchtbioscoop. Gwendolyn Lootens en Gawan Fagard namen het initiatief. De film bracht letterlijk licht in de duisternis, een moment van culturele uitwisseling in een ruimtelijke context die gereduceerd is tot het naakte leven.

Nadat het kamp in oktober 2015 ontruimd werd door de politie, ging de bioscoop een eigen leven leiden. Tijdens ‘home screenings’ zetten vrijwilligers hun woonkamer open voor een filmavond met mensen zonder papieren. Er werden ook filmvertoningen georganiseerd in asielcentra in het hele land. De filmvertoning was een voorwendsel om samen te koken, ervaringen uit te wisselen, mensen te ontmoeten, te musiceren en wat nog allemaal meer. Later, in 2017, kreeg de cinema onderdak in de Manchesterstraat, waar inmiddels ook andere culturele organisaties gevestigd zijn, zoals Recyclart, Decoratelier en Charleroi Danse. Het stelde Cinemaximiliaan in staat om zijn werking uit te breiden met optredens, tentoonstellingen en filmproducties.

Het permanente onderkomen neemt niet weg dat Cinemaximiliaan in de eerste plaats gaat om een situationistische architectuur, ook binnen de structurele werking. Het festival Cinema Trottoir (2022) toverde een banale straat om tot culturele scène. Een eenvoudige bouwstelling deed dienst als auditorium, de straatgevel als projectiescherm. Het publiek krijgt een hoofdtelefoon en de projector staat in de slaapkamer van de overburen bij Cassonade, het restaurant zonder prijslijst. Eenzelfde dynamiek zie je in de openluchtbioscoop van Park Albert, een zomerfestival op de middenberm van de Albert II-laan op initiatief van LabNorth, 1010a+u en Omar Kashmiry+Maarten Weyns. De rode draad blijft het scheppen van geborgenheid en wederzijdse zorg in de culturele uitwisseling met bijna-vreemden. Een afstandelijke publieke ruimte krijgt hiermee eventjes een menselijker gezicht.

Opmerkelijk is dat Cinemaximiliaan in 2020 plannen had om een eigen huis te ontwerpen. Behalve een aantal voor de hand liggende functies, moest er in het huis ook een gastenverblijf komen. Het project werd mogelijk gemaakt door een bundeling van filantropie en publieke subsidies. Office KGDVS trad verrassend op als architecten voor het goede doel, maar het project bleef in de lucht hangen. Was het iets te veel inhoud voor architectuur? De vraag is of het situationisme van Cinemaximiliaan überhaupt een groots architecturaal gebaar nodig heeft. Het project staat zoveel jaren later nog steeds op stapel. Vandaag werkt Omar Kashmiry (Zin-Architecten) als ‘architecture representative’ binnen de vzw, dat past beter bij de aard van de organisatie.

Er zijn meerdere voorbeelden te vinden van dergelijke spontane aanvullingen op de culturele infrastructuur van Brussel vandaag. Recyclart, een organisatie die in 2010 ontstond binnen het leegstaande station Kappellekerk in Brussel, is er zo een. Recyclart organiseerde behalve culturele evenementen, feestjes en lezingen ook een sociale keuken en dito werkplaats. Een ander voorbeeld is Openstreets, georganiseerd door Filter Café Filtré. Straten worden tijdens de zomer opengesteld als platform voor dansvoorstellingen, kookworkshops en wat nog allemaal meer. De architectuur van deze en andere culturele initiatieven springt minder in het oog, maar is minstens even bepalend voor de identiteit van de stad.

Lieven De Cauter beschreef Cinemaximiliaan als een ‘heterotopisch laboratorium’ voor een ‘nieuwe globale cultuur van het antropoceen’. Transmigranten en mensen zonder papieren worden opgenomen op een andere plaats, waar culturele uitwisseling, zorgende ondersteuning en commoning van vaak traumatische ervaringen mogelijk wordt. Tegelijkertijd kun je de tijdelijke situaties van Cinemaximiliaan omschrijven als een heterochronie. Michel Foucault verwees met deze term naar musea en bibliotheken als een oneindige accumulatie van tijd. Het festival vormt evengoed een andere tijd in het stedelijke gebeuren, het zijn de spontane initiatieven die breken met de dagelijkse sleur en status quo.

 

Beeld: David Ducon

Gepubliceerd in het themanummer ‘Building for culture’: Gideon Boie, ‘Inhoud zonder architectuur ’, A+ Architecture in Belgium, 306 (maart – mei 2024), 37-39.

Tags: Activism, Brussels

Categories: Architecture

Type: Article

Share: