Article
Achter een zilveren gordijn
Gideon Boie
25/09/2024, A+
Image: Séverin Malaud
Rode verf druipend van beelden in de publieke ruimte. Zo verging het in Brussel Leopold II te paard, de buste van generaal Storms, de weggelopen zwarte slaven verrast door honden en nog meer monumenten. De mediagenieke beelden appelleren aan de koloniale gruwel en geven uiting aan de huidige geest van antiracisme. Opmerkelijk genoeg blijft de koloniale architectuur gespaard van dergelijk iconoclasme. Integendeel, Brussel pronkt graag met Art Nouveau. Recent werd Hotel Van Eetvelde, ontworpen door Victor Horta in 1895, feestelijk opengesteld voor publiek.
De appreciatie van het bouwkundige erfgoed blijft als vanouds, alsof je architectuur kan loskoppelen van haar koloniale verleden. Zo fungeerde Hotel Solvay, ontworpen door Victor Horta in 1894, voor Geert Bekaert als kroonvoorbeeld van de architectuur van de gemeenplaats. Los van pracht en praal ging het om een ruimte die het wonen en andere diepmenselijke verlangens mogelijk maakt, dat was het argument. Daarvoor moet je dan wel even abstractie maken van de representatieve functie van de woning binnen de koloniale handelspraktijken van de heer des huizes.
Abstractie maken van een politieke context kan je niet bij kunst in de publieke ruimte. Neem het Congomonument in het Jubelpark, een ontwerp van Thomas Vinçotte daterend uit 1910, pas gerealiseerd na de wereldoorlog in 1921. Centraal staat het citaat van Leopold II op de kroonlijst – in staccato: ‘Ik heb het Congowerk ondernomen/in het belang der beschaving en voor/het welzijn van België.’ Enkele romantische taferelen versieren de uitspraak. Het geheel was een fraai stukje propaganda voor de overdracht van Congo-Vrijstaat aan België in 1908. Vergeet deze koloniale context en wat overblijft is een gebogen muur in witte kalksteen.
Het Congomonument verdwijnt nu voor een jaar achter een zwaar zilveren gordijn. Een bouwstelling met sierlijke boog suggereert een mobiel theater. De betonnen zitjes staan nonchalant verspreid al naar gelang gebruik. De theatrale opstelling gebruikt het monument als eigenzinnig toneel voor een programma met verschillende literaire en activistische intermezzo’s rondom het thema van de dekolonisatie. De interventie, ontworpen door Traumnovelle, past binnen de initiatieven van de Brusselse regering voor de dekolonisering van de publieke ruimte. Directe aanleiding daarvoor was de massale Black Lives Matter-betoging in Brussel op 7 juni 2020.
De interventie op het Congomonument vormt een vrij letterlijk antwoord op het rapport van de werkgroep van de regering dat vraagt om koloniale kunstwerken in de openbare ruimte te contextualiseren. Deze strategie werd gedefinieerd als alternatief op de meer gebruikelijke vormen van spontaan iconoclasme, wat overigens gewaardeerd wordt als ‘extra historische laag’. Een andere strategie is het verwijderen van de beelden uit de publieke ruimte en de plaatsing in een gecontroleerde museale context.
Aangezien het programma rond het Congomonument uiteindelijk beperkt blijft tot een zevental middagen, ligt de belangrijkste rol van het gordijn eerder in de uitnodiging om het monument te herontdekken. Op dat vlak beoefent Traumnovelle een vorm van iconofilie. Het monument wordt op geen enkele manier oneer gedaan, maar juist omkleed met extra praal. Ook de titel van de interventie – ‘The Grand Opening’ – ademt de grandeur van weleer. Het theatergordijn functioneert als een sluier die juist de aandacht trekt van de flaneur.
Het podium functioneert als prima opstap om de taferelen en opschriften nog beter van naderbij te observeren. Zo ontstond er enkele jaren geleden een twist rond het weggekapte woord ‘Araabschen’ in de zin: ‘De Belgische militaire heldenmoed verdelgt den *** slavendrijver.’ Patriotten en identitaire bewegingen eisten herstel. Maar ook de andere inscripties laten niets aan de racistische verbeelding over. De titel op de kroonlijst luidt voluit: ‘Gedenkteeken opgericht ter eere der eerste Belgische baanbrekers’.
Onder de fries staat het opschrift: ‘De Belgen in Congoland/de zendeling/de ontdekkers’ – waarbij Congolezen zich aanbieden bij een man met lange baard, begeleid door een persoon met kruis. De afgebeelde militairen worden niet afzonderlijk benoemd. Het onderschrift bij de bovenste beeldengroep met het naakt dat haar sluier optilt, luidt: ‘Het zwarte ras door België onthaald’. Onderaan kijkt een liggende Afrikaanse man reikhalzend naar de fries met onderschrift: ‘De stroom Congo’. Wellicht kent dekolonisering een begin bij het goed begrip van wat er te lezen staat.
Dekolonisering van de publieke ruimte gaat echter over méér dan monumenten en straatnamen. De interventie op het Congomonument biedt perspectief. Een zilveren gordijn dat Hotel Solvay of Hotel Van Eetvelde voor een jaar verbergt, zou een meer dan gepast gebaar zijn. En wat met de complexe structuur van een stad? Kolonialisme is geen programmeringsfout uit het verleden. Beschavingsmissies en economische uitbuiting vormen vandaag evengoed een giftig politiek mengsel. Idem dito de fantasmen over het land ‘van ons’ en het ‘thuis voelen’ in pakweg Molenbeek.
Beeld: Séverin Malaud
Gepubliceerd in het themanummer ‘Identity & Iconism’: Gideon Boie, ‘Achter een zilveren gordijn’, A+ Architecture in Belgium, 309 (sept – nov 2024), 37-39.
Categories: Art
Type: Article