Article

Pic Nic Architectuur

Gideon Boie


20/02/2017, A+

Image: Stijn Beeckman

Picknicken op drukke verkeersaders: daar hadden we voor 2012 nog niet van gehoord. Maar het gebeurde toch, met succes, en een nieuwe manier van actievoeren was geboren. Het onderstaande artikel is een retroactief manifest voor Pic Nic the Streets als bijdrage aan de architectuurcultuur in België, geschreven op basis van gesprekken met Joost Vandenbroele van stadsbeweging BRAL en andere betrokkenen.

Download PDF

Op 24 mei 2012 publiceerde filosoof Philippe Van Parijs een open brief gelijktijdig in het Nederlands, Frans en Engels, in drie Brusselse stadskranten. De open brief was een klassiek artikel waarin een auteur van politieke verkiezingen gebruikmaakte om zijn ongenoegen kenbaar te maken over een of ander onderwerp – in dit geval: verkeerscongestie op de centrale lanen van Brussel. De brief was niet zomaar een jammerklacht, maar bevatte een ongewoon helder voorstel om een eind te maken aan de politieke lethargie rond het onderwerp. Van Parijs riep op tot burgerlijke ongehoorzaamheid door de organisatie van een massale picknick op het Beursplein, dat op dat moment werd doorgeknipt door een drukke verkeersader. De auteur richtte zich hierbij uitdrukkelijk tot de Twitter- en Facebookgeneratie.

De oproep sloeg aan. Twee dagen later kwamen dertig mensen samen die elkaar vonden via een Facebookevent, spontaan opgezet door enkele enthousiastelingen. Hiermee werd een concrete datum geprikt voor de picknick: 10 juni 2012. De rest is geschiedenis. In geen tijd bevestigden meer dan drieduizend mensen via Facebook hun aanwezigheid en ontstond een enorme media-aandacht.

Toenmalig burgemeester Freddy Thielemans (PS) droeg daaraan bij. Eerst noemde hij een eventuele bezetting van het beursplein illegaal en liet hij weten dat er betere locaties te vinden zijn om te picknicken. De hautaine, afwijzende reactie zorgde voor extra media-aandacht, die viraal gedeeld werden op onlineplatforms. Toen de burgemeester opportunistisch liet weten dat de picknick eigenlijk toch wel past binnen de ambities van de stad Brussel, was het hek van de dam.

Een vijftal picknicks en een burgemeesterswissel later was het zover: de centrale lanen werden verkeersvrij gemaakt en omgevormd tot de zogenaamd grootste voetgangerszone van Europa. Die zone is weliswaar als een testfase aangelegd – en opgenomen in een koehandel met een nieuwe miniring plus extra parkeergarages – maar is niettemin een groot succes. Vooral in de zomer lijken de centrale lanen het toneel van een permanente demonstratie.

Positieve kracht van verontwaardiging

Het vernieuwende, strategische element van Pic Nic the Streets is ongetwijfeld het gebruik van een zondagse picknick als actiemiddel. De picknick werd gepland als een feestelijke bijeenkomst van trendy stadsbewoners en jonge gezinnen met spelende kinderen. In principe is elke betoging een zondagse uitstap, maar in het geval van de picknick werden nadrukkelijk alle spandoeken, plakkaten en slogans geweerd. De picknick werd opgevoerd als een apolitieke gebeurtenis.

De actie had een sterk prefiguratief karakter: de picknick was een voorafbeelding van het gewenste gebruik van de publieke ruimte in de grootstad. Pic Nic the Streets belichaamde de stedelijke levenskwaliteit die ze eiste: een invulling van publieke ruimte die niet enkel gericht is op de doorstroming van autoverkeer, maar die ademruimte geeft aan jonge mensen en kinderen.

Een tweede strategische element was het discours, opgebouwd met hedendaagse communicatielogica’s. Pic Nic the Streets zette met minimale middelen een massaal mediaoffensief op rond één heldere boodschap van maximaal vijf zinnen positief denken, waarin opgeroepen werd tot één symbolische, maar heel concrete actie: het bezetten van het Beursplein met picknickende gezinnetjes en jongeren. De beelden kwamen vanzelf.

Pic Nic the Streets verving hiermee het gebruikelijke arsenaal van politiek activisme door technieken die eigen zijn aan de massamedia. De gebruikelijke technieken –manifesten, beginselverklaringen, staten-generaals, petities en persconferenties – werden uitdrukkelijk ter zijde geschoven. In de plaats kwamen de kracht van de herhaling (dezelfde vijf zinnen keerden voortdurend terug), de kracht van het getal (Facebook maakt de interesse onmiddellijk zichtbaar) en de kracht van de interpretatievrijheid (ook kritiek draagt bij aan aandacht).

Deel van de strategie om een positieve boodschap te verkondigen, was om altijd vriendelijk te blijven naar bevoegde personen toe, ongeacht politieke kleur. Hiermee zorgde Pic Nic the Streets voor een trendbreuk in de relatie tussen activisme en macht. Gezien de jarenlange alleenheerschappij van de Parti Socialiste in Brussel bepaalt antagonisme de politieke verbeelding. Een positieve kritiek is ondenkbaar en openlijk aanschurken tegen de macht, is per definitie verdacht.

Pic Nic the Streets presenteerde zich integendeel als een tegenmacht, die in dialoog gaat met eender welke overtuiging. De activisten overstegen het partijpolitieke toneel door uit te gaan van hun eigen sterkte. De overtuiging was dat elke politieke partij toch quasi hetzelfde programma propageert, en vroeg of laat zal bijdraaien. Politici hebben af en toe een duwtje in de rug nodig om op hun beurt de overheidsadministraties aan het werk te zetten. Verontwaardiging mocht dan wel de motor zijn, vastberaden vriendelijkheid was de strategie.

En daarna?

Na het succes sloeg verwarring toe en ontstond er een negatieve sfeer bij actievoerders. Het platform ‘Oui mais Non’ bekritiseerde het halfslachtige resultaat, de theatralisering van de publieke ruimte, de gentrificatie van het stadscentrum, de politieke recuperatie voor de aanleg van miniring en parking, enzovoort. Analysten noemen de kortstondigheid en grote visibiliteit als succesfactor van Pic Nic the Streets en de teloorgang ervan als deel van de normale gang van zaken. Maar er is wel meer te zeggen.

Opvallend is dat de beweging zelf twee heel andere indicatoren aanwendt voor het afmeten van haar succes – in beide gevallen is de verdwijning geen teloorgang, maar deel van de disseminatie. In de eerste plaats was er een wonderbaarlijke vermenigvuldiging van picknicks: Pic Nic the Streets werd georganiseerd op tal van andere plaatsen in Brussel. De beweging versnipperde, maar het actiemiddel werd doorgegeven. De technieken waarmee Pic Nic the Streets spontaan geëxperimenteerd had, werden zo normaal en onmisbaar instrument voor stedelijk activisme.

In de tweede plaats heeft de stad het discours van Pic Nic the Streets overgenomen. De verkeersvrije zone zal in de toekomst ongetwijfeld onderwerp zijn van politieke manipulatie. De zone wordt mogelijks ingekort en/of gedeeltelijk ingepalmd als parkeerplaats voor koning auto. Het idee echter dat de centrale lanen van een grootstad ook wandelboulevard kunnen zijn, is onomkeerbaar deel geworden van de collectieve verbeelding.

We komen hiermee op een heel andere opvatting over het resultaat van de actie. De architectuur van de publieke ruimte wordt vaak teruggebracht op het ontwerp van een kroonjuweel, zoals de monumentale luifel van XDGA op het nabijgelegen Rogierplein. In de ogen van de kerngroep van Pic Nic the Streets is met het vrijmaken voor verkeer van de Anspachlaan niet een doel op zich, maar een stap in het uitbouwen van een kritische stedelijk bewustzijn en een andere architectuurcultuur.

Bibliografische noot: Gideon Boie, “Pic Nic Architectuur”, A+ Architecture in Belgium, 264 (februari-maart 2017), 22-24.

Tags: Activism, Brussels

Categories: Urban planning

Type: Article

Share: