Article

Een ziekenhuis van Beel

Gideon Boie en Fie Vandamme


01/03/2016, Psyche

Het ontwerp van Psychiatrisch Ziekenhuis Gasthuisberg krijgt veel lof in architectuurmiddens – en dat is niet geheel verwonderlijk. Eindelijk is er een ziekenhuis dat niet alleen voldoet aan de strenge ziekenhuisnormen qua veiligheid en hygiëne, maar zich ook kan meten aan de kwaliteitseisen van de hedendaagse architectuur.

Download PDF

Het gebeurt niet elke dag dat een ziekenhuis ontworpen wordt door een architect met naam en faam. De signatuur van architect Stéphane Beel past wonderwel op wat we kennen als een ziekenhuis. Het PZ Gasthuisberg is een gesloten volume dat beslag legt op het volledige trapeziumvormig perceel. De venster- en terrasopeningen lijken zwarte vlakken gesneden uit het maagdelijk wit volume.

De gesloten straatgevel is een groot contrast met de transparantie binnen het gebouw. De patio’s, de interne glasgevels en de glazen tussendeuren zorgen voor een getemperde dosis licht en lucht. De immense, overdekte patio organiseert het ziekenhuis. Aan de ene zijde bevindt zich de therapiezone met individuele gespreksruimten, therapielokalen en consultatiekamers. Aan de andere zijde bevindt zich de residentiële zone met individuele slaapkamers en gemeenschappelijke verblijfsruimten.

Het PZ Gasthuisberg bevat nog een paar snufjes die kenmerkend zijn voor de gebouwen van Stéphane Beel. We denken dan in de eerste plaats aan de witte materiaalkeuze, maar ook aan de binnen-terrassen met valdraad, het openschuivend dak, de grote boom in bloempot en de grote gevelopeningen die het omliggende landschap kadreren als een levensecht schilderij.

De receptie van het PZ Gasthuisberg binnen de geestelijke gezondheidszorg is minder unisono. Meer kritische reacties tonen dat gebruikers heel andere verwachtingen koesteren omtrent de vormgeving van een therapeutische setting. Zo werden de toegepaste materialen (o.a. het marmer en glas) en de algemene afwerkingsgraad in het PZ Gasthuisberg door een psychiater bestempeld als een belediging aan het adres van de patiënt – om uiteenlopende redenen.

Een eerste reden is dat de drempel tot geestelijke gezondheidszorg alleen maar verhoogd wordt door de vormgeving van een tempel voor psychiatrie. De patiënt wordt in de moeilijkste fase van het leven overdonderd door een architectuur van weelde. En zo wordt ook de terugkeer naar het dagelijkse leven extra confronterend. Het comfortniveau van de psychiatrie staat in contrast met de uitnodiging om terug deel te nemen aan het leven.

Een tweede reden is de beeldvorming van de psychiatrische kliniek als een wereld van totale perfectie. Het imago van een geleefde woning lijkt beter te passen in de context van geestelijke gezondheidszorg. In een situatie waar muren niet helemaal afgewerkt zijn, wordt het aanbrengen van een poster of foto minder kwalijk. In een situatie waar meubels niet allemaal bij elkaar passen, wordt het kapotslaan van een stoel minder als misdaad ervaren. In ieder geval kan de patiënt in de dissonanties ervaren dat een therapeutische omgeving even gekunsteld is als het dagelijkse leven.

De kritiek op de vormgeving van het PZ Gasthuisberg raakt tegelijk het masterplan voor Gasthuisberg – een plan opgemaakt in 2001 door AWG, de architectenwerkgroep rond bOb van Reeth. Het masterplan moet het ruimtegebruik en nederzettingsstructuur op Gasthuisberg rationaliseren. In de bestaande structuur verdwijnt alles en iedereen in een enorm quasi industrieel ziekenhuiscomplex. Gebruikers vinden moeilijk de weg en afdelingen zijn zo goed als onvindbaar.

De centrale gedachte van het masterplan was om Gasthuisberg te herdenken als een volwaardig stadsdeel van Leuven. Elke afdeling (PZ, Moeder-Kindafdeling, etc.) wordt in een afzonderlijk gebouw ondergebracht. Een rechtlijnige padenstructuur verbindt de diverse gebouwen. Rondom het geheel werd een mini-ringweg voorzien waarmee auto’s snel rondom Gasthuisberg rijden. De bestaande ingang van het ziekenhuis wordt het centrale plein van de zorgcampus.

De stedelijke ambitie op Gasthuisberg is in principe ideaal om geestelijke gezondheidszorg normaal onderdeel te maken van het maatschappelijk gebeuren. Helaas teert het masterplan vooral op de belofte van stedelijke levendigheid. Alle goede bedoelingen ten spijt is op Gasthuisberg een sociale of culturele voorziening niet in de verste verten te bespeuren. Evenmin is er plaats gemaakt voor een type bebouwing en bewoning dat niet zorggerelateerd is. Het maakt dat de ringweg rond de campus wezenlozer is dan eender welke steenweg in Vlaanderen.

De karikaturale stedelijkheid van het nieuwe Gasthuisberg bevestigt de oude ziekenhuislogica. Gasthuisberg is en blijft het stadsdeel gereserveerd voor zieken en kreupelen. Voor de geestelijke gezondheidszorg verandert weinig: de psychiatrische patiënt moet zich nog steeds eerst aanbieden in een medisch zenuwcentrum van waaruit hij/zij doorgeleid wordt naar de gepaste afdeling. Een locatie in de echte stadskern van Leuven was wellicht veel geschikter voor geestelijke gezondheidszorg. Het is niet meer dan cynisch dat het oude ziekenhuiscomplex zich beter leent tot discrete aanmelding.

In het PZ Gasthuisberg botst het geloof in de heilzame krachten van moderne architectuur op haar grens. De interne kritiek is niet zomaar een esthetisch smaakoordeel, maar grijpt terug op therapeutisch principes. De kritiek mag niet de indruk wekken dat psychiatrische patiënten geen recht hebben op het genot van goede architectuur. De vraag is niet kwantitatief – hoeveel architectuur kan een psychiatrisch ziekenhuis verdragen? – maar wel kwalitatief: welke architectuur is gepast in de context van geestelijke gezondheidszorg?

Artikel gepubliceerd in Psyche, jaargang 28 (1), een uitgave van VVGG

Tags: Care, Psychiatry

Categories: Architecture

Type: Article

Share: