Article

Nieuw west: de frontier van Amsterdam

Merijn Oudenampsen


2008, HTV

“We brengen democratie in de hele wereld, maar zelf leven we onder een dictatuur…. puur winstbejag.”, zegt een oude, rijzige man snoevend. Het is herfst 2006, een druilerige dag. Buiten regent het, binnen heerst cynisme. We bevinden ons op een inspraakavond in de Meervaart te Osdorp, waar de herstructurering van de Amsterdamse Westelijke Tuinsteden op de agenda staat. Wie een constructieve dialoog verwacht tussen bewoners en bestuurders heeft waarschijnlijk nog nooit zo’n avond bijgewoond: een zorgvuldig ritueel van pappen en nathouden; als een golf die gewoon is zich kapot te slaan tegen een onbeweeglijke kust om daarna teleurgesteld af te druipen, zo botst de woede van bewoners op de ontwijkende rationaliteit van bestuurders: ‘dat zullen we zeker meenemen, mevrouw’. Onderweg in de tram, snellend door een niemandsland langs de Sloterplas, besef ik me dat dit stuk stad nauwelijks bestaat op mijn mentale kaart van Amsterdam. Net als de Vinex-wijken die ik voornamelijk ken van het uitzicht in de trein, lijkt het een plek zonder identiteit te zijn, een enorm oppervlak van naoorlogse bouwblokken aangevuld met parken en bossages. Toch stonden deze wijken, gebouwd op basis van het Algemeen Uitbreidingsplan van CIAM architect Cornelis van Eesteren, ooit bekend als een vooruitstrevende, moderne leefomgeving voor de nieuwe mens, gepland met alle aspiraties van de modernistische stedenbouw, die stedenbouw die zich richtte op de behuizing en verheffi ng van de arbeidersklasse. De oorspronkelijke bewoners zijn veelal verhuisd, de wijk nalatend aan een bevolking die voornamelijk bestaat uit migranten en hun nageslacht, ouderen, of anderen op het sociaal minimum. Het is nu een gebied dat alleen sporadisch in het nieuws komt als verblijfplaats van Mohammed B. of als toneel van problemen met Marokkaanse hangjongeren. In de beeldvorming is het verworden tot een achterstandsbuurt, een concentratiewijk gekenmerkt door segregatie en sociale problematiek. Bijna bevreemdend om te horen dat mensen daar toch plezierig wonen in de ruime, goedkope huizen met veel groen. Maar voor velen zal dit niet lang meer duren. Het is namelijk in deze vergeten uithoek waar een van de grootste stedelijke vernieuwingsoperaties van Europa plaatsvindt. Bij de meeste mensen roept het woord ‘frontier’ misschien associaties op met de beroemde Star Trek slogan: “Space, the fi nal frontier”, uitgesproken voordat straalmotoren de Enterprise met tig maal de lichtsnelheid uit beeld doen schieten en de zoveelste afl evering begint. In de wereldse variant van het woord staat het voor de magische kolonisatiegrens van het Amerikaanse westen. Drommen kolonisten en fortuinzoekers vertrokken naar het westen om er het ‘lege’ land te ‘ontdekken’, het eigendom van de grond te claimen – na eventuele indianenstammen uit de weg te ruimen – en er hun kapitaal te maken of dat juist te verliezen. Het ‘wilde westen’ van onontgonnen mogelijkheden en niet nageleefde regels, een mythe die een vaste plek heeft gekregen in de westerse psychologie middels een populaire cultuur van westerns, rodeoshows en niet te vergeten stripheld Lucky Luke. Uit dezelfde achtergrond lijkt de naamkeuze voort te komen van de koepel van woningcorporaties in de Westelijke Tuinsteden: FarWest. Deze bundeling van krachten, die in 2000 is opgericht om de uitvoering van de vernieuwing te coördineren, heeft tezamen met andere corporaties en lokale overheden een uit- gebreid plan in werking gezet om de Westelijke Tuinsteden opnieuw te ‘koloniseren’ met koopkrachtige bewoners en luxe appartementen. De presen- tatie van de plannen werd vergezeld met een lijvige SWOT 1 analyse, waarbij voor- spelbaar genoeg de locatie als ‘strength’ en de bevolking als ‘weakness’ werd aan- gewezen. Een gebied met volop mogelijkheden, tussen zakencentra zoals de Zuidas en Sloterdijk, alleen jammer van die bewoners. In de periode tot 2015 wordt er gepland om 5000 dure huurwoningen te bouwen, 17.500 koopwoningen, terwijl 17.600 sociale huurwoningen verdwijnen door sloop of verkoop en daar slechts 5.600 voor worden teruggebouwd. Het zal er misschien mee te maken hebben dat grote concentraties ‘allochtonen’ tegenwoordig de alarmbel doen rinkelen bij politici. Er moet ‘gespreid’ en ‘gemengd’ worden, sociale woningbouw wordt verkocht of gesloopt zodat nieuwe koopkrachtige bewoners met de restpopulatie kan integreren. Allochtonen zijn zogezegd de indianen van Nieuw West. Dat de sociale problemen niet echt kleiner worden als je nog meer huur moet betalen of gedwongen bent om een huis te kopen, lijkt niet echt aan te komen bij de overheid. De echte wildwesttaferelen vinden plaats als bewoners protest aantekenen en tezamen met sympathiserende architecten een alternatief plan indienen om sloop te voorkomen, zoals in het geval van het Delfl andplein. FarWest bleek de gelukkige be-zitter van een echte cowboy- mentaliteit en dreigde het lokale stadsdeel met een schadeclaim als deze het zou wagen bewoners tegemoet te komen en de sloop te annuleren. De overheid dreigde uiteindelijk zelfs de subsidie van de bewonersorganisatie stop te zetten, met het argument dat het niet ‘de oppositie gaat fi nancieren’ 2. Ik loop naar binnen, bedien me van gratis koffi e en infor- matiepakketten en neem plaats in een van de blauwe stoelen in de theaterzaal. De meeste aanwezige bewoners (zo tussen de twintig en de dertig in aantal) blijken veelal autochtone ouderen te zijn, en dan nog wel de verstokte ‘die hards’ van het inspraakcircuit. Het geringe aantal insprekers is misschien te verklaren uit het feit dat vanavond een complexe bestuurlijke heroriëntering op het programma staat die van weinig relevantie is voor bewoners die alleen willen weten óf en wanneer hun huis gesloopt wordt. Ook het feit dat volgens peilingen in de meeste buurten zo’n 80% van de bewoners denkt dat toch niet geluisterd wordt naar wat zij zeggen, speelt misschien een rol -en bevestigt de reputatie van de inspraakavond als een therapeutische de-escalatie sessie. Het is nog voor het begin van de eerste spreker. Drie oudere be- woners in de rij voor me, twee mannen en één vrouw, discussiëren informeel op vrij zachte, maar toch gespannen toon. De vrouw vertelt over een telefoongesprek met iemand van de gemeente; zij hoopte dat de nieuw gekozen linkse coalitie veranderingen in het huisvestingsbeleid teweeg zou brengen. Maar haar vraag of er mogelijkheden waren voor haar om in haar woning te blijven wonen, leverde niet het antwoord op waarop ze gehoopt had: “Gaat u maar op zoek naar een nieuwe woning, mevrouw, als u zich daar tegen gaat verzetten bezorgt u uzelf alleen maar een hartverzakking”, was volgens haar het ‘schandalige’ antwoord. “Het is zo’n prestigekwestie. Wat hebben we aan allure, als de mensen allemaal verarmen?” Achter me praat een wat dikkere man met een vrouw naast hem over wat hij wil voordragen. “Is het wel aan de orde?”, vraagt hij in een zwaar Mokums accent. De vrouw denkt van wel. “Ik heb het over het algemeen woon- belang, dat is toch vrij algemeen, misschien past het niet bij de avond.” “Motte we effe luistere.” De meeste aanwezige politici maken met hun houding duidelijk dat ze hier eigenlijk niet willen zijn; geïrriteerd door de zuurtegraad van de bewoners en hun taalgebruik, dat sterk aan de jaren ’70 doet denken. Bij het horen van de woorden ‘algemeen woonbelang’ maakt menig wenkbrauw een opwaartse beweging, één politicus rolt zelfs met zijn ogen. De voorzitter, die fungeert als een soort ‘glijmiddel’ – ’t mag tenslotte niet al teveel gaan schuren – breekt mensen behendig af als ze iets te fel uit de hoek komen en houdt de sfeer erin. Een gratis kopje koffi e en ik ga weer naar huis. Maanden later krijg ik een brief in de bus: de beslissingen worden zonder noemenswaardige wijzigingen doorgevoerd; ‘bedankt voor uw aanwezigheid’. Dat is het poldermodel in Nieuw West. (Maart 2007)

Noten

1 SWOT staat voor ‘Strength, Opportunities, Weaknesses, Threats’ en is een uit de V.S. overgevlogen management techniek voor bedrijven om hun marktpositie in kaart te brengen.

2 Hellinga, Helma, Onrust in Park en Stad. Stedelijke Vernieuwing in de Amsterdamse Westelijke Tuinsteden. Amsterdam, Spinhuis, 2006, p187.

Merijn Oudenampsen is een socioloog die leeft en werkt in Amsterdam. Hij maakt onderdeel uit van het kritische platform www.flexmens.org en is initiatiefnemer van verschillende politieke projecten en debatten rond fl exibiliteit en bestaansonzekerheid, zoals het PrecairForum

Categories: Urban planning

Type: Article

Share: