Article

Lijdt ook u aan ziekenhuispsychastenie?

Gideon Boie en Fie Vandamme


01/12/2014, Psyche

De patiënt krijgt een nieuwe centrale plaats binnen de geestelijke gezondheidszorg. De toekomst ligt in zorgtrajecten waarin zorg zo dicht mogelijk bij de thuissituatie aangeboden wordt. De patiënt moet zich niet langer voor elke behandeling of zorg verplaatsen naar het psychiatrisch ziekenhuis.

Download PDF

De verandering maakt dat de psychiatrische zorg minder fysiek aanwezig is. En toch toont de toegepaste beeldspraak dat ook de nieuwe zorgrelaties een ruimtelijke opdracht vormen. We spreken over het verlagen van de drempel naar psychiatrische zorg, over het ontmantelen van het psychiatrisch instituut en het aanbieden van extramurale zorg.

De centrale plaats voor de patiënt werpt een nieuw licht op de uitspraak van Michel Foucault. Hij schreef over de opkomende psychiatrische wetenschap: “Voor de inspecterende blik van de arts wordt een patiënt als vanzelf een beetje ziek.”Foucault bekritiseerde hiermee de overlevering van de patiënt aan de almachtige en alwetende persoon van de arts.

Wat ons interesseert is of er binnen de psychiatrische zorg zoiets bestaat als een inspecterende blik van de architectuur. Rem Koolhaas stelde immers over het bouwen ten tijde van het modernisme: “Het is de architectuur die iedereen diagnosticeert als op één of andere manier hulpbehoevend.” Hij droomde van een architectuur die integendeel een soort van bovenmenselijke kracht opriep.

De uitspraak van Rem Koolhaas is op twee manieren relevant voor de zorgarchitectuur. In de eerste plaats wordt gesuggereerd dat het ruimtelijke kader een eerste aankondiging biedt van wat de patiënt te wachten staat in het kabinet van de arts.

Een vernieuwing van de zorgrelatie tussen patiënt en arts moet daarom beginnen bij het ruimtelijke kader waarin het koppel optreedt.

Ten tweede is het belangrijk om niet eenzijdig te focussen op de patiënt. Als het citaat hierboven spreekt over ‘iedereen’ dan denken we best aan niet alleen patiënten, maar ook artsen, personeel, verpleegkundigen, directie, bezoekers, buurtbewoners, … Iedereen wordt gediagnosticeerd als op de één of andere manier hulpbehoevend.

Zo is het gebruikelijk om afdelingen te benoemen op een manier die onmiddellijk appelleert aan de zwakke gemoedstoestand van haar gebruiker. Of wat te denken van het verloren lopen van patiënten, bezoekers én nieuw personeel in een doolhof van gebouwen en afdelingen? Om nog maar te zwijgen over de weinig centrale ligging van psychiatrische instellingen die daardoor ontstoken blijven van elke normale stedelijke voorziening.

Het is gemakkelijk om hulpbehoevende patiënten in te beelden, maar een hulpbehoevende architectuur is dus minstens even prangend. Zo worden gasten van ziekenhuizen doorgaans overdonderd met een bombardement aan verkeerstekens en lijntekeningen die hem/haar wegwijs maken. De vraag is of hulpmiddelen iets verhelpen of juist bijdragen aan het verlies van navigatievermogens.

Het lijkt er eerder op dat de hulpmiddelen bijdragen aan een vorm van ziekenhuispsychasthenie. Edward Soja hanteerde de term psychasthenie om de gebrekkige coördinatie in grootsteden te duiden. Bij gebrek aan mogelijkheden om de eigen grenzen af te bakenen worden we gedwongen tot een aanpassing aan de situatie waarin wij ons bevinden. Ook in de zorgarchitectuur lijkt het levend organisme te verdwijnen in de gerepresenteerde ruimte.

Healing environment is het modewoord in de poging om het ziekenhuis te normaliseren. Er wordt alles gedaan om de klinische architectuur op te smukken met kleurige taferelen, relaxerende ruimten en gebruiksvriendelijke balies. De simulaties kunnen echter moeilijk het kunstmatige en dwangmatige karakter ervan verbergen.

De beelden van healing environmentszijn lachwekkend als de betekenis ervan niet zo zorgwekkend is binnen de context van de geestelijke gezondheidszorg. De patiënt lijkt wel een schim van zichzelf geworden in een omgeving die alle gelijkenissen heeft met een hotelkamer of zakenlobby. De patiënt kan een rustgevende tuin aanstaren, maar kan die onmogelijk betreden, laat staan onkruid wieden. De spontaniteit van het leven is in ieder geval ver te zoeken.

We mogen de impact van architectuur op het zorgaanbod niet overschatten. Veel hangt af van het menselijke aspect en we gaan er van uit dat artsen en personeel het beste van zichzelf geven. We mogen architectuur echter ook niet onderschatten. Architectuur legt de vorm vast waarbinnen de zorg aangeboden wordt en bepaalt zo wat mogelijk en onmogelijk is.

De architectuur van psychiatrische instellingen markeert een grens met de buitenwereld evengoed als dat het de grenzen en mogelijkheden vastlegt binnen het psychiatrisch instituut. De buitengrens wordt vandaag hertekend door afdelingen in het gewone stadsweefsel onder te brengen (zoals pvt’s en beschut wonen) en outreach (cgg, thuiszorg, …). De grootste uitdaging ligt in het hertekenen van wat je de interne grenzen van de psychiatrische instelling kan noemen.

(Artikel geschreven in de marge van ontwerpend onderzoek naar het masterplan voor PC Caritas in Melle.)

Artikel gepubliceerd in Psyche, jaargang 26 (4), december 2014, uitgave van VVGG

Tags: Care, Psychiatry

Categories: Architecture

Type: Article

Share: