Article

Ook een projectdefinitie vergt creativiteit

Gideon Boie


2014, Psyche

Image: NU Architectuuratelier

Huis Perrekes is een rust- en verzorgingstehuis voor personen met dementie in Oosterlo. De bestaande infrastructuur wordt uitgebreid tot een woonzorgcontinuüm. De selectie van architect gebeurde via een Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester. Vijf architectenteams stellen zich voor aan de hand van een schetsontwerp.

Download PDF

Uniek is dat de selectieprocedure vooraf gegaan werd door een conceptstudie o.l.v. architect Ester Goris. Een lijvig document beschrijft o.a. het woningvraagstuk bij dementie, belevingsgerichte zorgvisie, mogelijke huis- en tuintypologieën, gewenste uitbreiding, beschikbare bouwgrond, bestaande infrastructuur, omliggende nederzettingspatronen, verwachtingen van gebruikers, enzovoorts. Het resultaat is een diepgaand inhoudelijk masterplan dat in een tweede fase uitgewerkt wordt tot werkbare bouwplannen.

De meerwaarde van de conceptstudie ligt niet alleen in de handreiking naar architecten, maar vooral in de zogenaamde capaciteitsopbouw van de opdrachtgever. De conceptstudie stelt directie en personeel in staat om de noden en verlangens te vertalen in een heldere projectdefinitie. Vaak wordt vergeten dat dergelijke projectdefinitie misschien wel het meest creatieve luik van het hele bouwproces vormt. Het onderstaande artikel toont hoe de vijf schetsontwerpen variaties vormen op hetzelfde thema dat vooraf gedefinieerd werd.

Opdracht

Huis Perrekes wil een divers en geïntegreerd woonzorgaanbod voor personen met dementie creëren. Met het oog hierop worden aparte ‘huizen’ gevraagd die deel uitmaken van een normaal dorpsweefsel. De uitbreiding betreft een woonzorghuis, zorgpension, kinderdagopvang, assistentiewoningen en bijbehorende tuinen. De entiteiten moeten horizontaal georganiseerd worden en discontinuïteit in materiaalgebruik wordt best vermeden.

De nieuwe huizen moeten opgenomen worden in een parkachtige omgeving, maar wel bereikbaar zijn voor beperkt gemotoriseerd verkeer. Een stelsel publieke, semi-publieke en private tuinen moet de belevingswaarde van het woonzorgcentrum verhogen. Het masterplan voorziet een landruil met de Stad Geel. De huidige verdeling in voor- en achtergrond wordt hertekend naar twee kavels aan de straat. Het eigendom van Stad Geel kan zo benut worden als groene open ruimte.

Voorstel 1

Het ontwerp van PT Architecten plaatst vier gebouwen, elk in een andere stijl, aan de oostgrens van het perceel. Het zorgpension vormt het uithangbord aan straat. In de rug van het zorgpension wordt het verzorgingstehuis voorzien. De polyvalente ruimte wordt opgevat als een kiosk centraal in het park. Aan de achterzijde van het perceel wordt het kinderdagverblijf en de assistentiewoningen gestapeld. Het geheel vormt een open parkachtige omgeving.

Het woonzorgcentrum wordt opengesteld voor circulatie doorheen het dorp. De dorpsbewoners leveren zo een spontane bijdrage aan een humane zorgomgeving. Omgekeerd stimuleert de dagelijkse activiteit in en rond de zorgwoningen het dorpsleven. De afgezonderde, polyvalente ruimte is gemakkelijk toegankelijk voor de dorpsbewoners, terwijl tussen het zorgpension en verzorgingstehuis een beschermde binnentuin voorzien wordt.

Voorstel 2

Het ontwerp van Schmitz / Igodt plaatst vier langwerpige gebouwen loodrecht op de straat. Elke woning wordt hierdoor afzonderlijk toegankelijk vanop straat. De tussenliggende tuinen maken het terrein doorwaadbaar voor dorpsbewoners. De autonomie van elk huis wordt benadrukt door een diverse vormgeving en dito materialisatie. Enkele luifels en passerellen verbinden de vier gebouwen en maken interne circulatie mogelijk.

De woonvolumes sluiten aan op de rijwoningen in de dorpsstraat. Het zorgcentrum is hiermee zichtbaar aanwezig op het dorpsplein. Elk huis krijgt alle elementen die een traditionele woning kenmerkt, zoals stoep, voortuin en achtertuin. De groene ruimte achter in het perceel presenteert zich als een akker die de bestaande en nieuwe infrastructuur met elkaar verbindt. Het straatprofiel schermt de groene ruimte af van het dorpsplein.

Voorstel 3

RAUM gaat uit van een volledige bebouwing van de oostelijke kavel. Interne passages definiëren woonvolumes met elk een eigen karakter. Het zorgpension bevindt zich aan straat, met net daarachter het verzorgingstehuis. De centrale ligging van het kinderdagverblijf zorgt voor leven op het terrein. De assistentiewoningen sluiten aan op woonwijk achter het terrein. De polyvalente ruimte staat als een afzonderlijk huis tussen de rijhuizen aan de dorpsstraat.

De westelijke kavel vormt een aaneenschakeling van belevingstuinen die scherp afgezoomd worden met paden toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer. De tuinen presenteren zich als een braakliggend weiland waar de bewoners vanuit huis naartoe wandelen. Aan de straatzijde wordt naast de polyvalente ruimte een verhard plein voorzien met zitbanken en bomen. Aan de achterzijde van het terrein wordt een parking voorzien aansluitend op de naburige wijk.

Voorstel 4

UR Architects ontwerpen vier gebouwen met een variërende omvang en verspreide ligging, maar zelfde structuur. Elk gebouw heeft een facilitaire met een reeks kamers rondom. Het zorgpension staat aan de straat, centraal op de kavel, met de polyvalente ruimtes op de benedenverdieping. Het verzorgingstehuis en kinderdagverblijf liggen centraal en zelfs verzonken in de groene omgeving. De assistentiewoningen sluiten aan op de woonwijk achter.

De gebouwen liggen als stapstenen op de site. Hun onderlinge verschuiving bakent diverse buitenruimten af met elke een eigen sfeer: een dierenweide, een moestuin, een speeltuin en twee huistuinen. Aan straat wordt een parking voorzien. Ook de bestaande gebouwen van het zorgcentrum krijgen huistuinen. De verschillende gebouwen en buitenruimten worden met elkaar verbonden door een netwerk van groene paden die het hele gebied doorkruist.

Voorstel 5

NU Architectuuratelier ontwerpt een amalgaan van drie kleine, individuele wooneenheden met opvallende hellende daken. Alles bestaat uit één bouwlaag, behalve aan de straatzijde, waar de assistentiewoningen bovenop het kinderdagverblijf komen. Zorghotel en polyvalente ruimte worden samengebracht in een volume dat van de straat tot diep op het erf reikt. Het verzorgingshuis ligt aan de achterzijde en wordt door groen afgeschermd van de omgeving.

De hoge, groene omheining maakt van de dierenweide een ontmoetingsplaats van het zorgcentrum. Rond de dierenweide is een verhard pad aangelegd dat alle huizen met elkaar en met de straat verbindt. Het pad functioneert tegelijk als speelplaats. Elk huis wordt afgeschermd door een groene buffer. Op die manier worden ook de tuinen van de bestaande gebouwen opgenomen in een open, maar beschermende woonomgeving.

Artikel gepubliceerd in Psyche, jaargang 26 (3), september 2014, uitgave van VVGG

Tags: Care, Psychiatry, Vlaams Bouwmeester

Categories: Architecture

Type: Article

Share: