Article

Vijf toekomstscenario’s voor psychiatrisch erfgoed

Gideon Boie


2013, Psyche

Een gefaseerde ontwikkeling van Universitair Psychiatrisch Centrum Sint-Kamillus in Bierbeek staat op stapel. Het beroep op de Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester toont de ambitie van de Broeders van Liefde.

Download PDF

In de Open Oproep wordt eerst en vooral werk gemaakt van een projectdefinitie. Hiermee communiceert de opdrachtgever de uitdagingen en verwachtingen die aan de basis liggen van de concrete ontwerpopgave. Vervolgens worden vijf ontwerpteams uitverkozen die met elkaar in concurrentie gaan. De ontwerpen zijn suggestief en dienen om de opvattingen, intenties en procesbereidheid van de ontwerpers af te toetsen.

Wat volgt, is een beschrijving van de opdracht en ontwerpvoorstellen. Het werpt een interessant licht op de waarde van een aanbestedingsprocedure in de visievorming rond de toekomst van psychiatrisch erfgoed. De uiteindelijke gunning is hiervoor minder relevant. Ook laten we de selectie van de kandidaten gemakshalve buiten beschouwing.

Opdracht

De opdracht is een gefaseerde ontwikkelingsvisie voor Sint-Kamillus en het ontwerp van de twee eerste fasen ervan: een zorgeenheid voor de Doelgroep Algemene Psychiatrie (DAP) en voor de Doelgroep Psycho-pedagogische Psychiatrie (DPP). DAP telt 60 bedden verdeeld over twee leefeenheden, met in beide een open en gesloten regime. DPP telt 40 bedden verdeeld over vier leefeenheden, met zowel bedden intensieve behandeling als observatiebedden in een open en gesloten omgeving.

De bestaande infrastructuur dateert uit 1932 en vraagt een dringende modernisatie. De opdrachtgever vraagt een zorgomgeving met een herkenbare structuur, positief imago en veilige afbakening. In de achtergrond hiervan speelt de uitbouw van gespecialiseerde centra voor intensieve behandeling binnen uitgebreide zorgnetwerken. Een bijkomende uitdaging ligt in de erkenning van het centrale gebouwencomplex op de Krijkelberg tot onroerend erfgoed.

Voorstel A

Atelier Kempe Thill ontwerpt een modulair systeem. Een leefeenheid van 16 bedden is de bouwsteen voor een zorgeenheid. De bouwstenen worden geschakeld rond een centrale kern met o.a. verplegingspost. Afhankelijk van het programma ontstaan diverse vormen. De kamers worden geschakeld rond de gemeenschappelijke leefruimte en kleine binnentuin. Glazen wanden geven de gang een belevingswaarde en maken de leefeenheid in één oogopslag zichtbaar vanuit de centrale kern.

Het masterplan voorziet zes zorgeenheden op twee assen parallel aan de centrale, historische as. De nieuwe paviljoenen worden georganiseerd op één bouwlaag en krijgen groendaken. Op die manier ontstaat een groene buffer met zorgfuncties tussen de formele, historische architectuur (voorbehouden voor administratie) en het open landschap rondom. Het terrein is opgevat als een voetgangersgebied. De parking en sporthal liggen aan de toegang van het terrein.

Voorstel B

Het ontwerp van SNCDA combineert geometrische figuren met een grillige interne ruimteverdeling. Rond elke binnentuin ontstaat een open, poreuze leefruimte met directe toegang tot individuele kamers. De vele restruimte biedt in de vorm van zithoek en terras plaats voor ontmoeting en ontspanning. De praktijklokalen liggen binnen een vierkante rondgang aan de ingang van het complex. Het middelpunt van de cirkel functioneert als knooppunt tussen de twee sferen. Op deze plaats ligt de verplegingspost.

Het masterplan tekent twee assen haaks op de centrale as met historische gebouwen. De laterale assen worden beplant met streekeigen beplanting en benut als dierenweide. De groene ruimte legt visuele relaties tussen de verschillende delen van de campus. De laterale assen vormen tegelijk de ontwikkelingslijnen van het psychiatrische centrum. De paviljoenen worden geschikt in de oksels van de onderste kruising ter hoogte van de kapel.

Voorstel C

noA-architecten ontwerpt een acht-vormig paviljoen dat alzijdig toegankelijk is. Verspringende volumes zorgen voor de herkenbaarheid van de leefeenheden. De hellende daken wekken de suggestie van normale woonsten. De interne circulatie gebeurt door centrale gangen. De therapielokalen en zitkamers worden gemengd met de individuele kamers. Betonnen gevelpanelen en koperen daken zorgen voor een waardige verschijning.

Het ontwerp wordt gebruikt als een universele typologie die herhaald wordt bij elke zorgeenheid. De verspringende volumes maakt het mogelijk om binnen een herkenbare structuur in te spelen op specifieke zorgbehoeften. Een slingerend netwerk van wandelpaden verbindt de paviljoenen en staat los van de verkeersinfrastructuur. Op die manier ontstaat een open landschapspark met verspreide paviljoenen die appelleren aan landelijke nederzettingen.

Voorstel D

Van Belle & Medina ontwerpt paviljoenen als complexe stedelijke structuren met huizen, straten, pleinen, tuinen, bomen en planten. De structuur wordt bekomen door de eenduidige typologie van een vierkanthoeve open te breken, onderdelen te verschuiven, extra uitsnijdingen te maken en de losse eindjes terug met elkaar te verbinden. Het resultaat is een schakeling van L-vormige eenheden rond een galerij met centrale binnentuin. Elke leefeenheid ligt georganiseerd rond een eigen binnentuin en krijgt een identiteit afhankelijk van de zorgbehoefte.

Het masterplan introduceert een nieuwe as die haaks staat op de historische gebouwen. De as wordt een groenzone met slingerende wandelpaden en flankerende paviljoenen. De hoogteverschillen in het terrein zorgen voor natuurlijke uitkijkpunten op het erfgoed, zoals de watertoren, en de landerijen rondom. In het hart van de campus ontstaat zo een landschapspark dat uitkijkt op de landerijen, het erfgoed en de zorgeenheden rondom. De kapel komt in het midden te staan en functioneert als kruispunt van de nieuwe campus.

Voorstel E

Het ontwerp van Stéphane Beel Architecten vat de zorgbehoefte en leefwereld van patiënten in een rechthoekig ordeningssysteem. In het hart van de zorgeenheid ligt een functionele kern met o.a. praktijklokalen, burelen en bezoekersruimte. Er rond liggen vier leefeenheden die georganiseerd worden vanuit een patio. Elke leefeenheid biedt eerst toegang tot de salon en eetplaats en vervolgens tot een reeks individuele kamers. Aansluitend bij de salons bevindt zich één verplegingspost met overzicht over twee leefeenheden.

Het masterplan definieert twee bebouwingsstroken parallel aan de bestaande hoofdas. In de stroken worden de nieuwe paviljoenen lineair geschakeld binnen eenzelfde bandbreedte. De paviljoenen worden opgevat als aanlegsteigers op een ringweg rondom de historische kern van het psychiatrisch centrum. De omgeving van de paviljoenen wordt opgevat als landschapspark met een netwerk van wandelpaden dat aansluit op de diverse toegangen.

Gepubliceerd in Psyche. Jaargang 25 (3), september 2013, magazine van de VVGG

Tags: Care, Psychiatry, Vlaams Bouwmeester

Categories: Architecture

Type: Article

Share: