Article

Een geïntegreerde psychiatrische zorgcampus

Gideon Boie


2011, Psyche

PZ Sint-Norbertus, onderdeel van vzw Emmaüs, stelde in 2006 op eigen initiatief een ruimtelijk masterplan samen voor de campus – een document opgemaakt door ingenieurarchitecten Marc Hendrickx en Ramon Kenis. Het document definieert de ruimtelijke ontwikkelingskansen van de campus zowel voor de interne organisatie als voor de integratie met de onmiddellijke omgeving. Hiermee worden de krijtlijnen uitgezet voor een opwaardering van haar terreinen. Met het masterplan in de hand is de instelling nu in staat haar bouwopgaven af te stemmen op de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten (vijvers, groenzones, dreef, …) en andere omgevingsfactoren (dorpskern, station, toegangsweg,…)

Download pdf

Met het masterplan neemt PZ Sint-Norbertus een unieke positie in binnen het zorglandschap in Vlaanderen en binnen de psychiatrie in het bijzonder. Al is het masterplan bescheiden in haar ambities, toch vormt het een baanbrekend document binnen een sector die een aanzienlijke impact heeft op de leefomgeving. Zo legt de campus van Sint-Norbertus beslag op een groot gebied in Duffel dat begrensd wordt door de Spoorwegstraat, Stationsstraat en Rooienberg en zich zo uitstrekt van het station tot de kerk. Bovendien concentreert het psychiatrisch ziekenhuis programma’s op haar terrein die heel wat stedelijke activiteit met zich meebrengen. Voor het eerst wordt deze complexiteit geanalyseerd en gestructureerd vanuit een ruimtelijk masterplan.

De technische directeur van PZ Sint-Norbertus, Luc Pelgrims, omschrijft het document als een ruggengraat om naar terug te grijpen tijdens beslissingsprocessen. Het stelt de instelling in staat om de productie van de hele campus mee te nemen in het beslissingsproces over individuele bouwopgaven. De huidige, soms wat beschamende ruimtelijke kwaliteit van de campus is immers niet zozeer het gevolg van een primaat van zorgstrategische overwegingen in het ontwerp – dat valt nog te verantwoorden. Eerder is het probleem dat het besluitvormingsproces volledig gericht werd op de zorgbehoefte. Op geen enkele manier werd de ruimtelijke inpassing van het zorgproject in rekening gebracht. Hierdoor raakte de ruimtelijke kwaliteit steevast gecompromitteerd binnen dringende behoeften en toevallige omstandigheden.

Daar bovenop kwam een weinig transparante gunningsprocedure naar architecten – terwijl nu juist het initiatief van deze partij zo belangrijk was in de realisatie van ruimtelijke kwaliteit. Met het masterplan versterkt de technische dienst van het psychiatrisch ziekenhuis haar aandeel in de ruimtelijke kwaliteit van individuele bouwopgaven. Het masterplan vormt een instrument om een tot nog toe onbestaand discours op te zetten over de belevings- en beeldwaarde van de campus in relatie tot de algemene visie rond de normalisatie van de psychiatrische zorg.

Het masterplan analyseert en structureert de ruimtelijke organisatie van de psychiatrische instelling opdat het optimaal recht doet aan de zorgvisie. Samenvattend zijn hierin twee lijnen van groot belang.

In de eerste plaats is PZ Sint-Norbertus ontstaan op een voormalig kloosterdomein. De psychiatrische instelling was enkel toegankelijk via het klooster – een letterlijke huizenhoge muur die de instelling isoleerde van de stedelijke omgeving. Dit betekent ook dat de instelling vanuit het klooster gegroeid is – zichtbaar in de dichte bebouwing in de achtertuin van het klooster. Vandaag is de regulerende functie van het klooster overgenomen door het onthaal- en administratiegebouw in de Stationsstraat. Hierdoor is een nieuw circulatiepatroon geïntroduceerd dat haaks staat op de historische gebouwen en bovendien ook nooit consequent afgestemd is op de bouwproductie.

In de tweede plaats is PZ Sint-Norbertus doorheen de tijd ontwikkeld tot een ziekenhuisomgeving voor psychiatrische behandeling. De klinische functie bepaalt uiteindelijk ook de randprogramma’s die vandaag op de campus gehuisvest worden, zoals het algemeen ziekenhuis met verpleegsterschool, de ouderenhuisvesting en het gemeentelijk museum voor verpleegkunde en heemkunde (in het oude kasteel). De middelbare school vormt hierop de uitzondering. Het ziekenhuisprogramma vertaalt zich ook in een typologie waarin elk gebouw één centrale voordeur kent die ca. 150 bedden bedient. Deze monofunctionele en ook collectieve benadering van psychiatrische zorg strookt niet meer met de huidige opvattingen. PZ Sint-Norbertus streeft vandaag naar korte opname binnen de instelling, gepaard met langdurige zorg buiten de instelling. Deze laatste zorg wordt aangeboden in PVT’s en aanleunwoningen in de nabije omgeving van de campus.

Het ruimtelijke masterplan maakt dus het geïsoleerde karakter van PZ Sint-Norbertus in Duffel ongedaan en zet het op de kaart als een volwaardig stadsdeel. Hiervoor definieert het masterplan twee assen (NZ en OW) die de aansluiting garanderen met de omgeving en het terrein gemakkelijk doorwaadbaar maken voor iedereen. Deze assen zuigen op verschillende manieren het stedelijke leven binnen op de campus, zoals fietsers die het terrein benutten als doorsteek, jongeren die het gebruiken als hangplek, wandelaars die het als park benutten en bezoekers specifiek voor de kunst. De campus wordt zo veel meer een geïntegreerde leefomgeving – die weliswaar ’s avonds afgesloten wordt voor verkeer – in plaats van een desolate zorgomgeving die haar gebruikers vervreemd van het leven. Een doordachte ruimtelijke ordening vormt zo de sleutel voor een omgekeerde vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg.

Een bijkomende manier om een waardevolle leefomgeving uit te bouwen is de keuze voor een nieuw ruimtelijk woonmodel dat zich baseert op het archetype van de Vlaamse woning: de vrijstaande rijwoning in landelijk gebied. In dit model wonen maximum tien patiënten samen in een woning met individuele kamers en gemeenschappelijke voor- en achtertuin, terwijl de traditionele achterbouwsels (garages, tuinhuisjes en ateliers) herdacht worden als therapielokaal. In deze keuze wordt duidelijk een breuk gemaakt ten opzichte van de traditionele, collectieve voorzieningen ten voordele van een quasi familiale woonsituatie. Hiermee wordt een meer normale residentiële leefomgeving gesimuleerd waarin een directe en duidelijke grens bestaat tussen de private woning en de gemeenschappelijke ruimte. Dit betekent ook dat de therapieruimte buiten de woning gesitueerd wordt – behalve voor de gesloten afdelingen – en patiënten zo aangezet worden tot onderling sociaal verkeer. Met deze ruimtelijke organisatieprincipes sluit PZ Sint-Norbertus dan ook aan op het socio-therapeutische model dat zij hanteert. Het samenleven van patiënten wordt hierbij als volwaardig deel beschouwd van de therapie. Om dezelfde reden maakt PZ Sint-Norbertus bij voorkeur geen differentiatie in type woningen per ziektebeeld.

Samen met de uitzonderlijke kunstwerken die gerealiseerd werden op de campus, draagt de doordachte ruimtelijke ordening van de campus bij aan de belevingswaarde van de zorgcampus voor de gebruikers. Minstens even belangrijk is ook de bijdrage van deze inzet voor de algemene beeldvorming rond geestelijke gezondheid in de samenleving.

Artikel gepubliceerd in Psyche, jaargang 23 (4), december 2011, een uitgave van VVGG.

Tags: Care, Psychiatry

Categories: Architecture

Type: Article

Share: