Article

Waarom Bas Heijne een andere baan moet zoeken

Gideon Boie


2011, Joop.nl

Bas Heijne kreeg het publiek op zijn hand toen hij plots opdook in het Stedelijk om de slottoespraak te houden op de eerste dag van het symposium ‘De Nieuwe Elite’ – weliswaar aangekondigd door enkele tweets. Het symposium moest duidelijkheid brengen in het nut en nadeel van het elite-stigma dat vandaag op kunstenaars rust.

Bas Heijne lanceerde een drietal oneliners. Ten eerste, had de culturele sector de tegenwind vandaag aan zichzelf te danken. Ten tweede reageert de kunstsector hysterisch op de bezuinigingsplannen. En ten derde, dreigt de culturele sector zichzelf overbodig te maken als het niet de hand reikt naar de massa(media).

Over de eerste stelling kan gediscussieerd worden. Ja, de culturele sector moet maar eens stoppen om zich te wentelen in de positie van geslagen hond, en, ja, het is tijd voor introspectie, maar dat is evengoed nodig aan de kant van het beleid.

De tweede stelling is raak: de kritiek op de bezuinigingsplannen richt zich voornamelijk op de persoon van Halbe Zijlstra – bespot als Halbe de Sloper – minder op de incoherentie van zijn beleid. Ook leek het voor kunstenaars gemakkelijker om het einde van de beschaving te verbeelden dan een kleine wijziging in het optreden binnen een afgeslankte culturele basisinfrastructuur.

De derde stelling slaat echter nergens op. Hoe kan Heijne met droge ogen ‘De Wereld Draait Door’ naar voren schuiven als dé plaats waar kunst haar legitimiteit zal terugverdienen? DWDD is wellicht het hysterische televisieprogramma bij uitstek waarin elk ditje of datje aanleiding is voor een hilarisch, uitzinnig debat. Het antwoord dat Heijne formuleert op zijn tweede stelling brengt ons van kwaad naar erger met de hysterie in de kunst.

Bas Heijne’s hopeloze opdracht aan een nieuwe culturele elite om de hedendaagse communicatiemiddelen beter te benutten, laat bovendien veel onbesproken. In de eerste plaats de boodschap. Wat zullen kunstenaars naar voren brengen in de luttele spreektijd die ze toebedeeld krijgen in DWDD? En wat van deze boodschap moet blijven hangen bij het publiek? Bovenal liet Heijne de centrale vragen van het symposium onaangeroerd. Wie of wat is de nieuwe elite? Wat zijn de privileges die het geniet? En wat doet de elite ermee?

Bas Heijne lijkt vergeten dat de culturele elite in principe niet haar eigen belangen verkoopt, maar wel de maatschappelijke ontwikkelingen waarvan zij het voortouw neemt. Kunstenaars zijn een elite voor zover zij optreden als de vooruitgeschoven garde van een maatschappelijk gebeuren – vaak tegen wil en dank. Dit is de basis van de theorie rond creatieve steden: kunstenaars en andere cultuurdragers vormen de motor van sociale en economische dynamiek. De miskenning van de kunst vandaag in de publieke opinie neemt niet weg dat kunstenaars op beleidsniveau algemeen opgevoerd worden als creatieve klasse en in de praktijk ook zo functioneren. Kunstenaars vormen dus geen verheven stand in verval die nodig haar imago moet opfrissen in televisieshows.

Het verschil met de gevestigde, dominante elite – politiek, financieel, intellectueel – kan niet groter zijn: deze oude elite neemt geen voortouw van maatschappelijke gebeurtenissen, maar parasiteert er op. Zo zal de politieke en financiële elite de meerwaarde aftappen die kunstenaars creëren in hun dagelijkse leven en werk – bijvoorbeeld op vlak van stijgende grondprijzen, sociale heropleving, enz. De politieke en financiële elite blinkt ook uit in de selectieve interpretatie van gebeurtenissen om het zo nuttig te maken binnen het eigen ideologische raamwerk.

Schoolvoorbeeld van een parasiterend politiek discours is de repliek van Halbe Zijlstra op een protest van cultuurhuizen in het Oosten van het land tegen de ongelijke regionale spreiding van de bezuinigingen. Zijlstra pareerde de kritiek door de wanhopige zoektocht van cultuurhuizen naar overlevingsmogelijkheden te presenteren als een voorbeeld dat het inmiddels de goede kant op gaat in de kunst. Denk ook aan de resem progressieve politici (Mariko Peters, Boris van der Ham, Roemer, Klijnsma, Cohen, e.v.a.) die zichzelf tijdens Boijmans Bezet opwierpen als redders van de beschaving, maar deze oppositiedrang vervolgens schikten binnen de zuiver ceremoniële procedures van de parlementaire democratie.

Kunsthistoricus Camiel van Winkel argumenteerde dat de kunstenaars zich afrekenbaar gemaakt hebben ten opzichte van de politiek door zich jaren terug in te schrijven in maatschappelijke programma’s (omtrent participatie, emancipatie, sociale samenhang, etc.) Het wordt hoog tijd om de rollen om te draaien. Politici en haar horde opiniemakers hebben zich vandaag evengoed afrekenbaar gemaakt ten opzichte van de kunst door zich zo open en publiek te mengen in de wereld van cultuur. Kunstenaars moeten vandaag de rekening vereffenen met de gevestigde intellectuele, politieke en financiële elite en samen op zoek gaan naar meer geschikte ambassadeurs voor haar zaak nu.

Het symposium De Nieuwe Elite werd op 9 en 10 september 2011 georganiseerd door het Stedelijk Museum en De Appel onder leiding van Hendrik Folkerts en Ann Demeester.

Categories: Art

Type: Article

Share: