Uplace of Shopping K? Nee, bedankt
Artikel over de architectuur van een vals dilemma rond winkelcentra
Dood van een dienstverlener
Column over het bouwen als olifant in de kamer van de architectuurcultuur.
Het belachelijk sublieme in de Vlaamse architectuur
Artikel over humor als het teken van kritische afstand in de architectuur
Verslaafd aan architectuur
Een artikel over de betekenis van de Biertempel discussie voor de architectuurcultuur in België
Wafels, bier en architectuur
Een artikel naar aanleiding van de herbestemming van de Beurs in Brussel tot biertempel naar ontwerp van Robbrecht & Daem Architecten.
Zorg dragen voor architectuur
Artikel over gebruik en postproductie in de architectuur naar aanleiding van het Jozef Plein in PC Cartias (Melle).
Sprak er iemand over healing environment ?
Lees hier over de bijdrage van Charles Jencks en de postmoderne architectuur aan de ontmanteling van de kliniek.
Pic Nic Architectuur
Een retroactief manifest voor Pic Nic the Streets als bijdrage aan de architectuurcultuur in België. > Version Française > English Version
Wraak op de commons
Een artikel over het nakende einde voor Agrocité en de toekomst voor architectuur onder zelfbeheer.
Architectuur van de schaamteplek
Wie grip wil krijgen op de problemen van in psychiatrische ziekenhuizen, begint bij het ontwerp van de isolatiekamer.
Van Utopia naar Wuustwezel
Er zijn weinig termen die zo’n beladen betekenis hebben in de architectuurgeschiedenis als utopie. Version Français
Relational Architecture
Read about the production proces of the Kanunnik Petrus Jozef Triest Square in the Psychiatric Centre Caritas, Melle. Article in Dutch / English / French
Hoeveel samenwerking kan architectuur verdragen?
Artikel over de tentoonstelling 'Ensembles. Architectuur en Ambachtschap' in deSingel en Vlaams Architectuurinstituut.
Bouwstenen voor het psychiatrisch centrum van de toekomst
Lees meer over de visieontwikkeling rond het psychiatrisch centrum van de toekomst gepubliceerd in Psyche.
Eco-politiek in Brussel: Bas Smets en de Brussels Urban Landscape Biennial
Artikel over het nut en nadeel van landschapsarchitectuur als instrument voor regionale ontwikkeling in Brussel.
Architectuur vol van verlangen
Artikel naar aanleiding van de opening van het Kanunnik Petrus Jozef Triest Plein in Melle.
(Re)Politicize!
Proud to present the A+261 issue on architecture and politics - Dutch and French edition.
Architectuur met schaduw
De 20ste eeuw baarde vele duivelspacten tussen architectuur en politiek. Opvallend genoeg wordt de architectuur van het Italiaanse fascisme tot op vandaag geprezen omwille van haar abstracte vormentaal. Dergelijke rehabilitatie is de architectuur van het Derde Rijk nooit te beurt gevallen. België heeft zo zijn eigen kleine trauma in de relatie met de politiek.
Vakmannen aan het front
Een recensie over de bijdrage van Bravoure in de Architectuurbiennale van Venetie.
Toiletemmers in Werelderfgoed
Er is iets curieus met de inrichting van de gevangenis van Merksplas, waar enkele weken geleden een opstand uitbrak. De geschiedenis van de site reflecteert een utopisch beeld van de gevangenis van de toekomst, de manier waarop omgegaan wordt met die geschiedenis symboliseert dan weer de gemiste kansen.
FPC Gent: geen markt, geen gevangenis
De opening van het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent zorgt na één jaar werking voor een grote opluchting - zelfs bij voormalige critici. De juiste vraag is niet of aanvankelijke bezorgheid terecht was, maar wel of de opluchting niet een beetje voorbarig is?
Het penitentiair verdriet van België
In de bouw van het gevangenisdorp Haren vormen de lokale en regionale overheid samen front met de actiegroepen tegen de federale overheid - of toch niet? Hoe kunnen we de knoop tussen activisme en politiek ontwarren?
Een psychiatrisch centrum bouwen we samen
Ook architectuur heeft zijn plaats op de Vlaamse Hersteldagen. Doe mee op 18 november in de Vooruit.
Eindelijk een kennisplatform voor humane gevangenisarchitectuur
De website www.prisongear.be presenteert het onderzoek naar een humane gevangenisarchitectuur.
Ontmanteling van de psychiatrische kliniek
Lees de gevalstudies over zorgarchitectuur in Vlaanderen gepubliceerd in Psyche
Een sterke leefomgeving begint met ruimteregie
Wie is er bang van het Bouwmeestercollege?
Iedereen lijkt het roerend eens dat de Vlaamse architectuur zonder de Bouwmeester overgeleverd is aan de wetten van de markt en de willekeur van het politieke bedrijf. Lees de opinie 'De Bouwmeester en de onheilsprofeten'.
A humane prison is coming to your neighbourhood
As part of the Conflict & Design Triennial the knowledge platform Prison Gear presents design studies that pave the way for a humane prison in Leopoldsburg, Belgium.
Een humane gevangenis komt naar je toe
Als onderdeel van de Conflict & Design Triënnale presenteert Prison Gear twee visieontwerpen voor de toekomstige gevangenis op het militaire domein Reigersvliet in Leopoldsburg.
Limburg City / Stad Limburg
Read the memorandum of the Limburg Europa Workshop / Lees de projectnota van Atelier Limburg Europa
The dismantling of the psychiatric clinic
Read the case studies on care architecture in Flanders
Wat is ontwerpend onderzoek?
Drie vragen over ontwerpend onderzoek, drie antwoorden vanuit de Noorderkempen.
Heeft een gemeenplaats ook een gemene waarde ?
Commentaarstuk bij het Architectuurboek n° 10: Radicale Gemeenplaatsen - Europese architectuur uit Vlaanderen
Is onzichtbare psychiatrische zorg mogelijk?
Review van de opstart Pilootprojecten Zorg door de Vlaams Bouwmeester
Limburg heeft ambitie / Limburg has ambition
Presentatie van de Startnota Provinciaal Bouwmeester Limburg / Presentation Initial Memo Limburg Government Architect
Hoeveel vernieuwing kan de gevangenis verdragen ?
Lees hoe de modernisatie van de gevangenisarchitectuur in handen van Stéphane Beel begon en eindige bij het Ducpétiaux-model.
Sociaal-realisme of zelfcensuur
Met Jonas Staal schreef BAVO een pleidooi voor een nieuw sociaal-realisme in de kunst. Sociaal-realisme is broodnodig in het tijdperk van de hysterische reproductie.
Nu ook een schreeuw om architectuur!
Niet occupy-en, maar de gevestigde orde verleiden om in crisistijden te investeren in leuke projecten. Lees hier meer over de Studio for Unsollicited Architecture.
Waarom kunstenaars niet fascistisch genoeg zijn
Lees het artikel in het decembernummer van Rekto:Verso.
Artist Participation in South Africa
The international PR campaign to showcase Rotterdam's robust policy on artist participation is now also tapping into the emerging African art markets.
Denkverbod op liberale kunst
Column over de stellingenoorlog naar aanleiding van de aangekondigde bezuinigingen in de cultuursector.
Maak liberaal kunstbeleid liberaal
Lees BAVO's advies aan staatssecretaris Zijlstra met betrekking tot de noodgedwongen keuzen die de cultuursector in Nederland te wachten staat.
International promotion campaign of the Office for Artist Participation kicks off
The City of Edinburgh will be the first to host an international promotion event of Rotterdam's innovative cultural policies for enforcing the participation of artists in heightening a city's competitiveness and securing social peace on the local level.
Culture and Contestation
The essay 'Neo-Liberalism with Dutch Characteristics: The Big Fix-Up of the Netherlands and the Practice of Embedded Cultural Activism' is published in the book volume 'Culture and Contestation in the New Century'.
Art and Activism
BAVO's essay 'Artists... one more effort to be really political!' is published in the volume 'Art and Activism in the age of Globalisation'.
Boek verschenen: Too Active To Act
Het boek biedt een kritische analyse van de maatschappelijke betrokkenheid van culturele actoren in Nederland in de afgelopen tien jaar.
Commoning the Clinic
Read more about the Kanunnik Triest Square (designed by architects De Vylder Vinck Taillieu) in the Caritas psychiatric centre (Melle) and how it results from a participative process with psychiatrists, managers, staff, and patients.

Op zoek naar ruimtelijke rechtvaardigheid - zonder architecten
De actualiteit van de Franse filosoof Henri Lefebvre voor de hedendaagse architectuurtheorie en praktijk vormde het onderwerp van een driedaagse conferentie die van 11 t/m 13 november plaatsvond aan de TU Delft. De weinige aanwezige architecten leerden echter vooral hoe ze de stad op zijn Lefebvre's kunnen lezen, niet hoe ze haar kunnen veranderen.
De conferentie, getiteld Rethinking Theory, Space and Production: Henri Lefebvre Today, past binnen de heuse revival die het werk van Lefebvre op dit moment doormaakt. De meeste architecten zal dit ongetwijfeld ontgaan zijn. Echter, als er één twintigste-eeuwse filosoof is die zich intensief geëngageerd heeft met de stad, en het dus verdiend om gelezen en bestudeerd te worden door architecten, dan is het Lefebvre wel. Zo schreef hij, met name in de jaren zestig en zeventig, verschillende boeken en artikelen over de stad, de productie van de ruimte, de modernistische stedenbouw en het alledaagse leven. Bovendien onderhield hij intense contacten met architecten en planners en nam hij zelfs deel aan architectuurwedstrijden.
Dit verklaart echter niet alles over de hedendaagse fascinatie van planners en geografen voor Lefebvre (1901-1991). Een belangrijke reden is de centrale rol die hij toekent aan de stad, de architectuur en het alledaagse leven voor het doorvoeren van een revolutie van de samenleving – een revolutie waar hij, als overtuigd marxist, zijn hele leven naar streefde. Die revolutie moet volgens hem noodzakelijkerwijs een stedelijke revolutie zijn. Of nauwkeuriger: een revolutie is geen revolutie, als die het alledaagse leven niet fundamenteel verandert. Hiermee ging hij uiteraard rechtstreeks in tegen de toen heersende, orthodoxe opvatting over revolutie, waarin de economie of de politiek centraal stond. Lefebvre’s standpunt maakte hem dan ook tot een dissident binnen de communistische beweging in Frankrijk. Omgekeerd verklaart het zijn grote populariteit bij de opstandige studenten van Mei ’68, voor wie de verandering van schijnbaar secundaire zaken als liefde of onderwijs eveneens essentieel werden geacht.
De winst van Lefebvre’s standpunten voor planners en architecten, is dat zij als producenten van de ruimte en het alledaagse leven, plotseling gepromoveerd worden tot de voorhoede van een veranderende samenleving. Of, anders gesteld, zij zijn niet langer onmachtige, lijdende voorwerpen van wie alle goede pogingen tot maatschappelijke verandering uiteindelijk een slag in de lucht zijn, zolang deze niet ondersteund worden door veranderingen in economie of politiek – een positie die door een architectuurhistoricus als Manfredo Tafuri of een geograaf als David Harvey wordt ingenomen. De grote belofte van Lefebvre’s werk voor architecten is die van een architectuur die niet langer slechts een schaamlap of een progressief gezicht vormt voor een in se onrechtvaardige samenleving – en hierdoor de facto een contrarevolutionair effect heeft – maar integendeel een architectuur, die door het anders organiseren van de alledaagse leefwereld van de mens, de basis legt voor een algemene verandering van de maatschappij. Dit was ongetwijfeld ook de inzet van de conferentie: om door middel van een confrontatie met het oeuvre van Lefebvre te komen tot een herformulering en herwaardering van de actuele en potentiële rol van de architectuur.
Maar precies op dit vlak schoot de conferentie te kort en bleef het publiek – ondanks een bomvol programma met 23 sprekers, 8 keynotes en 5 panels met telkens 3 papers – op zijn honger zitten. De belangrijkste oorzaak hiervoor was de nadruk van de conferentie op de toepasbaarheid van Lefebvre’s kerncategorieën voor het lezen en analyseren van de hedendaagse stad. Dit, vanuit de opvatting dat in andere conferenties en boeken over Lefebvre reeds voldoende aandacht werd besteed aan de meer theoretische kanten van zijn werk. Hierdoor kwam het accent te liggen op anlyses van stedelijke situaties over de hele wereld, waarbij Lefebvre’s werk werd ingezet als een alternatieve interpretatiesleutel. Zoals bij de architecturale mutaties die werden doorgevoerd door bewoners van communistische woonblokken in Hanoi, de aanleg van gemeenschapstuinen in New York, een onderzoek naar de verschillende gebruikers en gebruikspatronen van een centraal plein in Sao Paulo, en van een buurt met veel creatievelingen in Hamburg. Het probleem met de presentaties was dat zij zich aan de ene kant vastklampten aan Lefebvre’s werk: al diens centrale concepten werden netjes vertaald naar de praktijk. Tegelijk werden de begrippen echter te losjes gehanteerd: de analyses getuigden niet van een meer fundamenteel begrip van zijn werk (bijna alle sprekers verontschuldigden zich dat ze geen ‘Lefebvre scholars’ waren).
Door dit manco, alsook de vrij richtingsloze keynotelezingen die nauwelijks theoretische houvast boden, bleven een aantal fundamentele kwesties onbeslist of zelfs onbesproken. Niet alleen de vraag naar de al dan niet essentiële rol van architectuur en planning in het veranderen van de samenleving, maar ook de vraag hoe Lefebvre’s levenslange engagement met het marxisme kan worden geactualiseerd. Zoals één van de organisatoren opmerkte, is het paradoxale van de Lefebvre-revival dat deze plaatsvond in een tijd (vanaf de vroege jaren negentig) waarin elk geloof in radicale verandering – al dan niet van marxistische slag – voorgoed verdampt leek.
Deze fundamentele kwesties spookten door de hele conferentie en leidden soms tot pijnlijke uitbarstingen. Zoals toen iemand vanuit de zaal, na een lezing over een typisch creatieve make-over van de wijk Schanzenviertel in Hamburg, de spreker tot de orde riep door haar erop te wijzen dat het uiteindelijke doel van Lefebvre nog steeds het omverwerpen van de staat was. Hiermee impliceerde hij dat alle creatieve initiatieven van architecten en designers zinloos zijn, zolang ze de staat niet tot vijand nummer één maken. Hij werd niet tegengesproken, noch door de zaal, noch door de spreker zelf, die haar standpunt prompt verhardde door te zeggen dat ze de ontwikkelingen in de Hamburgse wijk ook afkeurde.
Ongetwijfeld was het een beter idee geweest om de mondiale beweging die de laatste jaren rond één van Lefebvre’s kernconcepten is ontstaan, in de conferentie te betrekken. 'Het recht op de stad’ - tevens de titel van één van zijn meest polemische werken - inspireert over heel de wereld de strijd tegen allerlei sociale onrechtvaardigheden. Deze beweging was, ondanks de activistische slogan 'seeking spatial justice' op de conferentieposters die overal aan de wanden van de TU hingen, opmerkelijk afwezig. Een confrontatie met dergelijk radicaal maatschappelijk engagement had duidelijk kunnen maken hoe Lefebvre's theorieën over architectuur en ruimte aan het begin van de eenentwintigste eeuw geactualiseerd kunnen worden. Dit gebrek aan een activistisch perspectief was waarschijnlijk ook de reden voor de opmerkelijke afwezigheid van de gemeenschap van architecten en ontwerpers. De conferentie vond nochtans plaats bij de faculteit bouwkunde. Hoewel een van de organisatoren Lefebvre’s relevantie voor architectuur en design benadrukte, was een expliciete behandeling ervan totaal afwezig. Architecten konden vooral iets opsteken over hoe zij de stad kunnen lezen door een Lefebvriaanse bril, maar nagenoeg niets over hoe zij haar in hun praktijk daadwerkelijk kunnen veranderen - toch de belangrijkste ambitie van een radicale denker als Lefebvre. Het betrekken van groepen en bewegingen die zich op activistisch vlak engageren met Lefebvre was ook wat dit betreft een goede zet geweest.